Burn-out en bevlogenheid onder Nederlandse SEH-artsen; een cross-sectioneel onderzoek

Inleiding

Werken op de Spoedeisende Hulp (SEH) is dynamisch en uitdagend. Maar het vak komt ook met onregelmatige werktijden en overuren, piekbelasting, personeelstekorten, een hoge beslissingsdichtheid en levensbedreigende casuïstiek. Deze aspecten kunnen aanleiding geven tot klachten van burn-out.

De laatste jaren bereiken ons in toenemende mate berichten uit de VS, Canada en Australië over hoge burn-out percentages onder SEH-artsen; tot zelfs boven de 50% [1,2]. Studies naar de algemene werknemerspopulatie toont burn-out bij ongeveer 15% [3,4]. Werken in de acute zorg lijkt dus te komen met hogere risico’s.

De Nederlandse situatie voor SEH-artsen KNMG is niet één op één te vergelijken met de werksituatie elders. Wel lijkt evident dat burn-out symptomatologie een serieus probleem kan zijn voor ons werk, ons welzijn en onze professionalisering. Nog niet eerder werd de prevalentie van burn-out symptomen onder Nederlandse SEH-artsen
KNMG in kaart gebracht. Binnenkort start een grote studie die deze situatie onder de loep neemt. Deze kennis zal benut worden ter verbetering en professionalisering van de spoedeisende zorg.

In deze blogpost vertellen we je meer over de achtergronden van burn-out en bevlogenheid. We sluiten de post af met informatie over de studie die binnenkort van start gaat en waar deelname erg belangrijk aan is: “Burn-out en bevlogenheid onder Nederlandse SEH-artsen; een cross-sectioneel onderzoek“.

Achtergrond

Burn-out: diagnose

Emotionele uitputting, depersonalisatie en vertwijfeling over het eigen kunnen zijn de drie symptomen die samen de definitie burn-out vormen. Burn-out werd voor het eerst beschreven in de jaren ’70 van de vorige eeuw en de huidig geldende definitie volgde in de jaren ’80 [5]. Inmiddels zijn er stapels aan onderzoeken gedaan over allerlei facetten van burn-out.

In de media wordt het begrip burn-out soms als paraplu-term gebruikt en afgeschilderd als modeziekte. In de wetenschap en literatuur is burn-out al decennia een op zich staande entiteit, met deze 3 kernsymptomen: emotionele uitputting, depersonalisatie en vertwijfeling over het eigen kunnen – die duidelijk gekaderd en uitgebreid onderzocht zijn [5,6]. Burn-out is geen officiële DSM-V erkende diagnose, maar valt vooralsnog
onder de beroepsaandoeningen, onderdeel van depressie of aanpassingsstoornis. De Nederlandse GGZ-standaard wijkt hier van af en beschrijft burn-out als aparte diagnose, naast aanpassingsstoornis, overspannenheid en depressie [7].

Burn-out: risico’s

Door middel van de Maslach Burnout Inventory kan burn-out herhaalbaar en betrouwbaar worden gemeten [5,6]. Zij die hoog scoren in termen van burn-out blijken risico te lopen op een slechtere lichamelijke en geestelijke gezondheid, daarmee meer ziekteverzuim en (langdurige) arbeidsongeschiktheid, en lagere werkprestaties [8,9].
Een recente meta-analyse (47 studies, 42.473 artsen) concludeert dat burn-out samenhangt met meer patiëntgebonden veiligheidsincidenten, slechtere kwaliteit van zorg en verminderde patiënttevredenheid [10].

Bevlogenheid

Bevlogenheid in definitie is een positieve, affectief-motivationele toestand van opperste voldoening die wordt gekarakteriseerd door vitaliteit, toewijding en absorptie. Prof. dr. Wilmar Schaufeli beschrijft in zijn wetenschappelijke publicaties over bevlogenheid deze drie aspecten als volgt: “Bij vitaliteit gaat het om het bruisen van energie op het werk, bij toewijding om het sterk betrokken zijn bij het werk en bij absorptie om het helemaal opgaan in het werk.” [11] Bevlogenheid is een onafhankelijke psychologische entiteit die relatief lijnrecht tegenover burn-out staat, zie figuur 1. Wat bevlogenheid heeft, heeft burn-out niet, en andersom. Waar iemand die bevlogen te werk gaat actief en met plezier werkt, raakt iemand die gedemotiveerd raakt en zonder plezier naar het werk gaat mogelijk burn-out.

Fig.1. Adaptatie van het model van Russell & Carroll (1999) [12]

Job demands and resources model

Het job demands and resources model (figuur 2. JDR-model, Schaufeli en Bakker, 2004) [13-15] is ontwikkeld om inzicht te krijgen in werksituaties en is in de loop der jaren verder ontwikkeld. Zowel op persoonlijk vlak als op werkvlak zijn er aan de ene kant energiebronnen en aan de andere kant stressoren. Deze beïnvloeden elkaar en de beoordeling van het samenspel tussen alle verschillende facetten geeft een actuele weergave van een werksituatie. Je kunt deze facetten zien als knoppen waar aan je kunt draaien om tot een andere uitkomst te komen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan je mate van autonomie en ontwikkelmogelijkheden, je werkprivé balans, de teamsfeer, de incidentafhandeling en hersteltijd.

Fig.2. Job demands and resources model, Schaufeli & Bakker (2004) [3]

Onderzoek

In mei en juni 2019 wordt middels een online enquête landelijk onderzoek gedaan naar burn-out en bevlogenheid onder alle Nederlandse SEH-artsen KNMG. Dit onderzoek is de eerste in zijn soort en sluit aan op de ontwikkelingen binnen het vakgebied. De studie wordt uitgevoerd door een onderzoeksteam vanuit de sectie Arts en Welzijn van de NVSHA. Het project wordt gefinancierd middels een stimuleringssubsidie van het SGOfonds.

Deze inventarisatiestudie is gericht op de werksituatie, de energiebronnen en risicofactoren specifiek van de Nederlandse SEH-arts KNMG. In het onderzoek wordt onder andere gebruik gemaakt van de Maslach Burnout Inventory en van het job demands and resources model. Ook wordt de door de NVSHA ontwikkelde Workforce richtlijn voor duurzame inzetbaarheid en werktijden [16] onderzocht op implementatie en effectiviteit. De Nederlandse burn-out scores zullen worden vergeleken met cijfers van onze zusterverenigingen uit Canada en de VS (CAEP en ACEP).

Ben je SEH-arts KNMG, dan krijg je binnenkort je persoonlijke uitnodiging voor de enquête in je mailbox. Door de enquête in te vullen lever je een belangrijke bijdrage aan dit onderzoek. Daarnaast heb je er zelf ook wat aan: als deelnemer ontvang je een persoonlijke rapportage, met jouw scores uit gezet tegen een benchmark van o.a. de gemiddelde Nederlandse medisch specialist.

Conclusie

Burn-out is een reëel probleem geassocieerd met onder andere verminderde kwaliteit van zorg, een achteruitgang van lichamelijk en psychische gezondheid en een beperking van duurzame inzetbaarheid. Hoe reëel het probleem van burn-out is onder Nederlandse SEH-artsen wordt binnenkort voor het eerst landelijk onderzocht. Belangrijker dan deze prevalentie is de beoordeling van de bevlogenheid en de specifieke energiebronnen en risicofactoren. Deze verkregen gegevens en inzichten zullen worden ingezet om de missie van de NVSHA verder door te voeren: emancipatie van de Spoedeisende Geneeskunde, duurzame inzetbaarheid in een gezonde 24/7 bezetting, patiëntveiligheid, effectiviteit en efficiëntie, gelijkwaardigheid en regie op de SEH. De SEH-arts als rots in de branding.

Literatuur

  1. Bragard I, Dupuis G, Fleet R. Quality of work life, burnout, and stress in emergency
    department physicians: a qualitative review. European Journal of Emergency Medicine.
    2015;22(4):227–234
  2. Arora M, Asha S, Chinnappa J, Diwan AD. Review article: Burnout in emergency medicine
    physicians. Emergency Medicine Australasia. 2013;25(6):491–495
  3. Shanafelt TD, Hasan O, Dyrbye LD, Sinsky C, Satele D, Sloan J, West CP. Changes in
    Burnout and Satisfaction with Work-Life Balance in Physicians and the General US
    Working Population Between 2011 and 2014. Mayo Clin Proc. 2015;90(12):1600-1613
  4. https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/overspannenheid-en-burn-out/cijfers-context/huidige-situatie#!node-prevalentie-zelfgerapporteerde-burn-out-bij-werknemers5
  5. Maslach C, Leiter M, Jackson SE. The Maslach Burnout Inventory Manual. Evaluating
    Stress: A Book of Resources, Publisher: The Scarecrow Press, Editors: C. P. Zalaquett, R. J.
    Wood, pp.191-218
  6. Schaufeli WB, & Van Dierendonck D. (2000). Manual Utrecht Burnout Scale (UBOS).
    Lisse: Swets Test Services.
  7. https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/aanpassingsstoornis-incl-overspanning-en-burn-out/visie-op-zorg-gezondheid-als-perspectief
  8. Nahrgang JD, Morgeson FP, Hofmann DA. Safety at work: a meta-analytic investigation of
    the link between job demands, job resources, burnout, engagement, and safety outcomes.
    J Appl Psychol. 2011 Jan;96(1):71-94.
  9. Alarcon GM, Lyons JB. The relationship of engagement and job satisfaction in working
    samples. J Psychol. 2011 Sep-Oct;145(5):463-80.
  10. Panagioti M, Geraghty K, Johnson J, Zhou A, Panagopoulou E, et al. Association Between Physician Burnout and Patient Safety, Professionalism, and Patient Satisfaction: A
    Systematic Review and Meta-analysis. JAMA Intern Med. 2018 Oct 1;178(10):1317-1330
  11. Schaufeli WB, Bakker AB, Van der Heijden FMMA, Prins JT. Workaholism, burnout and well-being among junior doctors: The mediating role of role conflict. Work and Stress,
    2009;(23):155-172
  12. Russell JA, Carroll JM. On the bipolarity of positive and negative affect. Psychol Bull.
    1999;125(1):3-30.
  13. Bakker AB, & Demerouti E. The job demands–resources model: State of the art. Journal of
    Managerial Psychology, 2007;22:309–328.
  14. Schaufeli, W.B. & Bakker, A.B. (2004). Job demands, job resources, and their relationship with burnout and engagement: A multi-sample study. Journal of Organizational Behavior,
    25, 293-315.
  15. Mazzetti G, Biolcati R, Guglielmi D, Vallesi C, & Schaufeli W. Individual characteristics influencing physicians’ perceptions of job demands and resources: The role of affectivity, work engagement and workaholism. International Journal of Environmental Research and Public Health. 2016(13);567.
  16. Workforce richtlijn Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen

 

Auteur:

Annemieke Boendermaker, SEH-arts KNMG Tjongerschans, lid sectie Arts &
Welzijn NVSHA.

Reviewers:

Suzanne Peeters, SEH-arts KNMG Flevoziekenhuis, klinisch epidemioloog,
lid sectie Arts & Welzijn NVSHA.
Britt van der Kolk, SEH-arts KNMG Isala, PhD Candidate

 

Pin It on Pinterest

Share This