Deel 2 van onze Urologie Series geeft je handvatten voor je beleid op de SEH bij een patiënt die zich presenteert met urineretentie.

Acute urineretentie is het plotselinge en vaak pijnlijke onvermogen om de blaas te ledigen ondanks een volle blaas. Chronische urineretentie treedt geleidelijk op, is niet pijnlijk en de patiënt kan nog kleine beetjes plassen. Vaak is er dan sprake van een overloopblaas.

Pathofysiologisch kun je de oorzaken van urineretentie in de volgende categorieën indelen: obstructief, inflammatoir/infectieus, neurogeen, traumatisch en farmacologisch. De meest voorkomende oorzaak van urineretentie is benigne prostaat hyperplasie (BPH). Een andere veelvoorkomende oorzaak is medicatie en/of drugs (met een direct effect op de tonus van de m. detrusor of de sfincter).

Met name ouderen hebben een veel hoger risico op een medicatie geïnduceerde urineretentie door vaak de combinatie van polyfarmacie en een bestaande obstructieve aandoening, zoals BPH. Maar denk ook bij een jongere, die op de SEH komt met niet meer kunnen plassen of een overvolle blaas, aan een medicatie geïnduceerde urineretentie op basis van XTC.

Medicatie geïnduceerde urineretentie door:

  • Anticholinergica
  • Calciumantagonisten
  • NSAIDS
  • α-adrenerge agonisten
  • β-blokkers/ β-adrenerge antagonisten
  • Opioiden
  • Sedativa-hypnotica
  • Antipsychotica
  • Antiparkinson
  • Anesthetica
  • XTC

Los van de oorzaak: de behandeling op de SEH van acute urineretentie is zo snel mogelijk katheteriseren (na je eerste beoordeling). Daarna volgt verdere evaluatie en behandeling.

Auteurs:

 

Rosa Negenborn, ANIOS SEH

Cara Jager, SEH-arts KNMG

Pin It on Pinterest

Share This