Achtergrond
NaCl 0,9% is de meest toegediende infuusvloeistof. Het gebruik van (grote hoeveelheden) NaCl 0.9% kan mogelijk leiden tot acute nierfunctiestoornissen en een toename van de mortaliteit.
Artikel
PICO
- Patiënten Alle patiënten op de Intensive Care (IC) die kristalloïde infuusvloeistof kregen werden geïncludeerd. (exclusie: patiënten die ‘Renal Replacement therapy’ (RRT) kregen of waarbij dit binnen 6 uur verwacht werd. De meeste patiënten kwamen op de IC na electieve operatie.)
- Interventie: Plasma-Lyte 148 (PL-148) = een gebufferde kristalloïde infuusvloeistof.
- Controle: NaCl 0.9%
- Outcome:
- Primair: De proportie patiënten met acuut nierfunctiestoornissen, gemeten met het RIFLE systeem.
- Secundair: een heleboel secundaire uitkomstmaten die nierfunctie proberen te meten, noodzaak en duur van beademing, duur van IC en ziekenhuisopname, IC en ziekenhuis mortaliteit (90 dagen).
Studieopzet
Prospectieve, multicenter geblindeerde, cluster-gerandomiseerde dubbel-crossover studie in 4 tertiaire Intensive Care Units in Nieuw-Zeeland.
Resultaten
- Er werden 2.278 patiënten geïncludeerd: 1.162 in de PL-148 groep en 1.116 in de NaCl 0,9% groep.
- De meeste patiënten kwamen naar de IC na electieve operatie (ongeveer 70%). Dit maakt dat het een vrij ‘gezonde’ populatie is: Apache II-score: mean 14.1 (SD 6.9). Ongeveer 1/3 van de patiënten had niet eens intraveneuze kristalloïde vloeistof nodig!
- Slechts 15% van de geïncludeerde IC-patiënten werd vanaf de SEH op de IC opgenomen.
- Er waren geen significante verschillen in zowel de primaire uitkomstmaat als alle secundaire uitkomsten.
Sterke punten
- Studieprotocol en statistiekprotocol tevoren gepubliceerd.
- Geblindeerd.
- Intention-to-treat analyse, waarbij 99,3% van de patiënten die in aanmerking kwamen voor inclusie, werden geanalyseerd.
Limitaties
- Matige toepasbaarheid op SEH patiënten, de meeste patiënten kwamen naar de IC na electieve operatie (ongeveer 70%). Dit maakt dat het een vrij ‘gezonde’ populatie is: Apache II-score: mean 14.1 (SD 6.9). Ongeveer 1/3 van de patiënten had niet eens intraveneuze kristalloïde vloeistof nodig!
- Slechts 15% van de geïncludeerde IC-patiënten werd vanaf de SEH op de IC opgenomen.
- Hoewel deze studie is geblindeerd, konden de behandelaars aan de laboratoriumuitslagen (hypernatriemie/hyperchloremie/metabole acidose) waarschijnlijk wel vermoeden welke infuusvloeistof er op dat moment op hun IC gebruikt werd. Maar gezien de geringe hoeveelheid gegeven vloeistof viel het toch wel mee: slechts 36 van 55 (66%) van de behandelaars die survey hebben ingevuld hadden het correcte vermoeden dat “Fluid A” PL-148 was.
- Veel patiënten (>90%) kregen intraveneus vloeistoffen voor inclusie. De meesten hiervan kregen gebufferde kristalloïde infuusvloeistof.
Conclusie van de auteurs
Bij IC-patiënten die kristalloïde infuusvloeistof krijgen zorgde gebufferde kristalloïde infuusvloeistof (plasma-lyte 148), vergeleken met NaCl 0.9% niet voor minder risico op acute nierfunctiestoornissen.
Onze conclusie
In de studiepopulatie, die vooral redelijk gezonde, post-operatieve IC-patiënten betreft, die weinig vocht nodig hadden, werd geen verschil gevonden tussen plasma-lyte 148 en NaCl 0.9%.
Bottom line
Omdat de studiepopulatie wezenlijk verschilt van de populatie die op onze SEH verschijnt, verandert mijn handelen niet. Voor infusie van 1-2 liter maakt het waarschijnlijk niet uit welke kristalloïde infuusvloeistof je gebruikt. Deze trial geeft geen antwoord voor de effecten bij grotere hoeveelheden infusie.
Meer lezen?
Auteur: Jeroen Veldhuis, SEH-arts KNMG
Reviewer: Lonneke Buijteweg, SEH-arts KNMG
Recente reacties